Zilveruitjes worden al meer dan 100 jaar in Nederland verbouwd.
Ons land is wereldwijd de grootste producent van deze mooie glimmende
uitjes.
Hoewel tegenwoordig de teelt van de uitjes grotendeels is gemechaniseerd,
werd er 100 jaar geleden nog gezaaid met behulp van paard en wagen.
Alle overige werkzaamheden werden met de hand gedaan – van
het onkruid wieden, het rooien van de uitjes tot het schillen ervan.
Om de zilveruitjes langer te bewaren werden ze in pekel ingelegd
en bewaard in oude eiken whiskyvaten.
Een goed beeld van hoe het er in die tijd aan toe ging wordt geschetst
in het boek “Merijntje Gijzens Jeugd”van A.M. de Jong: “de
uitgetrokken en opgekrabde uitjes werden van de stelen gewrongen
en in een mand gegooid ….de volle manden werden uitgestort
op het afgewerkte baantje…dan werd ze met vlakke hand over
de harde grond geroefeld tot alle velletjes eraf waren. En de bolletjes
blank en glinsterend als zilver werden...” |